AHMAS

A. Reflectie

• A. Reflectieleer
• B. Methode
  • Inleiding methode
  • 1. Denkwijze
  • 2. Modelleringswijze
  • 2.1 CREAM
  • 2.2 Spiraalmodel
  • 2.3 OHRE-model
  • 2.4 Denkhoeden
  • 3. Werkwijze
  • 3.1. Werkvormen
  • 3.1.1 Prof.reflectie
  • 3.1.2 Redeneren
  • 3.1.3 Moreel beraad
  • 3.1.3.1 Hoofdvraag
  • 3.1.4 Delibereren
  • 3.1.4.1 Routine
  • 3.1.5 Toetsen
  • 3.1.6 Groepsreflectie
  • 3.1.6.1 Veldonderzoek
  • 3.1.7 Begripsreflectie
  • 3.1.8 Zelfreflectie
  • 3.1.8.1 Zelfkennis
  • 3.2 Vaardigheden
  • 3.3 Technieken
  • 4. Beheerwijze
  • 4.1 Onderzoek
  • 4.1 Onderzoeksfasering
  • 4.6 Design Thinking
  • 5. Ondersteuningswijze
  • 5.1 Reflectiecycli
  • 5.2 Startvragen
  • 5.2.1 Opdrachtsvragen
  • 5.2.2 Zakelijk domein
  • 5.2.3 Prive-domein
  • 5.3 Leider
• C. Onderzoeker
• D. Ervaringsdesk.
• E. Studiemodules

5.1 Reflectiecycli

Bij reflectie maakt men, afhankelijk van het onderwerp, gebruik van diverse reflectiecycli. 

Hoe doe ik dat?

1. U gebruikt bij objectiveerbare feiten de empirische cirkel
2. U gebruikt bij betekensgeving of beleving de hermeneutische cirkel 
3. U gebruikt bij legitimatievraagstukken de dialectische cirkel.

Meer weten? Zie Ondersteuningswijze