z.2.1.1.1 Begrijpen

Begrijpen of begrijpend denken verwijst naar het beschikken over in- en overzicht. 

Hoe doe ik dat?

  1. weet hoe iets werkt, u kunt iets feitelijk uitleggen. U verklaart
  2. U bent in staat betekenis te geven aan informatie. U interpreteert
  3. U gebruikt iets functioneel. U past toe

  4. U ziet de grotere verbanden. U hanteert kaders en perspectieven
  5. U kunt zich voorstellen hoe het is, ook voor de ander. U leeft zich in
  6. U past inzichten aan op basis van nieuwe informatie. U verwerkt.

Meer weten? Zie Nadenken plus