AHMAS

A. Reflectie

• A. Reflectieleer
  • Inleiding
  • 1. Uitgangspunten
  • 1.1 Belangen
  • 1.2 Context
  • 1.2.1 Contextuele kennis
  • 1.2.2 Pers.waarden
  • 1.3 Cultuur
  • 1.4 Perspectief
  • 1.5 Positie
  • 1.5.1 Subject
  • 1.5.1.1 Prive-domein
  • 1.5.1.2 Zakelijk domein
  • 1.5.2 Object
  • 1.6 Succescriteria
  • 1.7 Wederkerigheid
  • 1.8 Interactiviteit
  • 1.9 Randvoorwaarden
  • 2. Ordenen
  • 2.1 Begrippen
  • 2.1.1 Cogn.aandacht
  • 2.1.1.1 Refl.soorten
  • 2.1.1.1.1 Bewustwording
  • 2.1.1.2 Refl.niveaus
  • 2.1.1.3 Refl.stijl
  • 2.1.1.4 Refl. handelen
  • 2.1.2 Kwaliteiten
  • 2.1.2.1 Functionaliteit
  • 2.1.3 Kwantiteit
  • 2.1.4 Doelen
  • 2.1.5 Kaders
  • 2.1.6 Reflectieve posities
  • 2.1.6.1 Denker
  • 2.1.7 Hulpmiddelen
  • 2.1.7.1 Logica
  • 2.1.7.2 Kunst
  • 2.1.7.2.1 Betekenis
  • 2.1.8 Voorwaarden
  • 2.2 Modellen
  • 2.2.1 Design Thinking
  • 2.2.1 Spiraalmodel
  • 2.2.1.1 Design abductie
  • 2.3 Theorieen
  • 2.3.1 Interactietheorie
  • 2.3.2 OHRE
  • 3. Levensloop
  • 3.1 Ontwikkeling
  • 4. Historie
  • 5. Contrasten
  • 6. Bronnen
  • x.2.1.1.3 Zelfreflectie
  • x.2.1.1.3 Zelfsturing
  • x.2.1.1.4 Fenomeen
  • z.2.1.1.1 Begrijpen
  • z.2.1.1.2 Leren
• B. Methode
• C. Onderzoeker
• D. Ervaringsdesk.
• E. Studiemodules

2.3.2 OHRE

Het OHRE-model kan gebruiken bij ethische vraagstukken. 

Hoe doe ik dat? 

1. Wat zijn mijn overtuigingen en hoe passen ze in deze situatie
2. Hoe heb ik eerder gehandeld? Wat vond ik er wel/niet goed aan?
3. Welke redenen hadden anderen (professionele, codes, wetgeving, collegae)?
4. Wat was de ervaring van anderen? Wat vond ik daar wel/niet goed aan? 

Meer weten? Zie B. Methodiek